De gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) is een tweejarige snelgroeiende schermbloemige welke op voedselrijke vruchtbare grond groeit. De gewone berenklauw komt veel in bermen voor : het eerste jaar van de berenklauw is het een rozet welke bemaaing overleeft. Berenklauw is een bekend verzamelpunt voor insecten , zweefvlieg hommels bijen , maar ook vliegen, alle bevruchters bezoeken in midzomer de grote schermbloemigen van de berenklauw. De behaarde stengels van de berenklauw veroorzaken huidiritatie. Waar de Grote brandnetel voorkomt is ook de gewone berenklauw te vinden.
stengel en zaadjes zijn eetbaar van de berenklauw
In Oost-europa en Siberie worden de jonge stengels gegeten, de hele plant is dan ongeveer 2 decimeter groot ,en er is dan nog geen blad aan . De voorjaarssalade heeft een verrassende smaak , vooral komkommer en sinasappel, of ook kokos smaak. Gebruik alleen bladloze jonge stengels, verwar deze plant niet met de reuze berenklauw. De overvloedige zaadjes hebben een mysterieuze kamfer smaak. Ze kunnen goed bewaard worden.
gewone en reuzen bereklauw
De stengel van de gewone berenklauw is behaard, maar heeft geen rode vlekken zoals die van reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) . De Reuzenberenklauw is veel groter en ook giftig.
berenklauw als droogbloem
Berenklauw is goed bruikbaar in een droogbloemen boeket. Wanneer de berenklauw te lang staat laat het de grote hoeveelheid zaadjes vallen na aanraking.
berenklauw bevat levend voer
De dikke holle stengel blijft staan nadat de plant is afgestorven. Oogst deze stengels en leg ze in het terrarium, ze bevatten een grote hoeveelheid overwinterende dieren die bij warmte ontwaken, zoals spinnen.
bronnen, referenties:
1 Brehm ( 1908) Das leben der Tiere 2 Miliza Tischler 1900-1990
2 bewerkt naar Miliza Tischler (1900-1990). Deze vrouw uit Tallinn, Estland, aquareleerde en beschreef in haar leven de zaden van de Estland.