De meloenkwal (Beroe gracilis) is een inheemse ribkwal. Het volkomen doorzichtige diertje spoelt soms massaal aan op de Noordzeestranden. Het is dan een doorzichtig bolletje slijm in het zand, in niets lijkend op het gracieuze diertje welke de Noordzee kusten bevolkt. Het verspreidingsgebied is erg groot: De gehele Atlantische oceaan en westelijke Pacific, ook in brakwater zoals de Baltische zee.
Meloenkwal voedt zich met zeedruifjes.
De prooi welke het meest wordt gevangen met de kleverige tentakels is de zeedruif. En met een explosie van de zeedruif populatie neemt tegelijkertijd ook de hoeveel meloenkwallen aanzienlijk toe. Soms zijn onverteerde zeedruiven in het doorzichtige lichaam van de meloenkwal te zien.
Meloenkwal in de zee en in het zeeaquarium
Omdat een meloenkwal volkomen volkomen doorzichtig is , is het diertje biezonder moeilijk onderwater waar te nemen. Het is niet goed mogelijk meloenkwallen in een koudwater zeeaquarium te houden: ze plakken aan het glas. Ook niet in een zgn Jelly fish tank, het zijn erg kwetsbare dieren.
Amerikaanse ribkwal, een nieuwe prooi
De Amerikaanse ribkwal (Mnemiopsis leidyi) is een nieuw prooidier voor de meloenkwal. Deze exoot wordt steeds belangrijker in de Noordzee door het ontbreken van vijanden. Een klein deel wordt door meloenkwal weggevangen, zoals bleek uit tellingen van de inhoud van gevangen meloenkwallen. Interresant is dat de meloenkwal zo doorzichtig is dat de inhoud van het maagdarmkanaal makkelijk te inspecteren is. Omgekeerd worden jonge stadia van de meloenkwal door de Amerikaanse ribkwal weggevangen.4
Meloenkwal strandingen
Bij Oostenwind kunnen de meloenkwallen massaal aanspoelen, en met hun dode lichamen het strand vervuilen. Ook is het dan niet mogelijk garnalen met een schepnet te vangen in de zwinnen: De massa van de oneetbare meloenkwallen is groter dan die van de garnalen. Een oplossing hiervoor is een kwallenzeef , gemaakt van gaas : de garnalen worden het gaas tegengehouden: de meloenkwallen vallen er doorheen, samen met schelpen en dergelijke.
Ribkwallen of Ctenophores
De Ribkwallen leven in zee. De meeste zijn volkomen doorzichtig en gelatineus, er zijn enkele soorten welke in diepe wateren leven en een kleur hebben. Ze vangen hun prooien met behulp van een lijmstof. Er zijn bijna altijd 8 cilia, bedoeld voor beweging, symetrisch verdeeld over het lichaam. De cilia reflecteren het licht en reflecteren het als gekleurd licht. De meeste zijn blauwgroen lichtgevend, soms in de vorm van flitsen. De betekenis hiervan is niet goed duidelijk.
Ribkwallen zijn vleeseters
De meeste jagen met behulp van kleverige draden op kleine zeedieren, zoals planktonbewoners, jonge vissen en garnalen. Andere ribkwallen vangen prooien van uit een hinderlaag.
Zenuwstelsel
Ribkwallen hebben geen zenuwknopen. Wel zijn de spieren met zenuwen met elkaar verbonden . Ze gebruiken andere neurotransmitters dan de andere leden van het dierenrijk.
voortplanting
Ribkwallen zijn hermafrodite, dus en mannelijk en vrouwelijk: de ei en zaadcellen verlaten via de mond het lichaam en de bevruchting vindt in de open zee plaats . Uit de bevruchte eicel ontstaat een kleine ribkwal welke dan nog deel maakt van het zooplankton. Er is geen ouderzorg.
Ctenophores en kwallen
Mogelijk zijn de ribkwallen de eerste meercellige dieren, the ctenophores-first idea. Pas later ontsaarn de kwallen , welke netelcellen hebben en wel een primitief zenuwstelsel.
Bronnen
1: De kwallen van de noordzee Librairie J.-B, Baukkuere et Fils, 1906
2: Ctenophora 1904
3: Quantamagazine March 26, 2015
4: Interactions between native and alien ctenophores: Beroe gracilis and Mnemiopsis leidyi in Gullmarsfjorden jan 2011 Marine Ecology Progress Series 422:129-138 DOI:10.3354/meps08926 Aino Honsa, Josefin Titelman , Lars Johan Hanson, Mathilda Heritson.