dodemansduim

De beide volgende soorten hebben een weinig verkalkte, meestal zachte of lederachtige as. Hiertoe behoort een bekende en standvastige bewoner onzer zee-aquaria, ook van dat te Amsterdam: de doômansduim of zeekurk (Alcyonium digitatum), die ook aan onze kusten, doch hoofdzakelijk in de Middellandsche zee leeft. Op de plaat is in fig. 8 een verwante soort: Alcyonium palmatum, afgebeeld. De versche stok is dik, vleezig of leerachtig, aan de basis tot een steel verdund, van boven breeder en vingervormig vertakt en aldaar de afzonderlijke poliepen dragend. De asmassa bestaat uit een weeke kurk- of leerachtige stof, waarin kalklichaampjes verspreid liggen. De kleur is in den regel roodachtig of geelachtig; de afzonderlijke poliepen zijn klein, meestal wit en kunnen zich geheel terugtrekken. Andere, die in Europeesche zeeën voorkomen, bereiken soms een aanzienlijke grootte, zoo o.a. een soort van manshoogte in den Atlantischen oceaan.

Zacht koraal. Mariene soort. Korstvormende kolonies ca 5-10 mm, grotere kolonies in de kustzone tot ca 10 cm, in de Noordzee tot 20 cm. Poliepjes 6-8 mm en wit. Kolonie vaak met witte stam, maar ook geel of oranje. Als kolonies ouder worden ontstaan bulten die uitgroeien tot duimdikke, vingerachtige uitstulpingen. Vorm en kleur doen denken aan een hand met vingers. Alleen plaatselijk voorkomend in de Oosterschelde, Grevelingen en Noordzee.