Gewone dophei (Erica tetralix) is een veel voorkomend kruid welke groeit op voedselarme en verzuurde, vochtige plaatsen, zoals zand en moeras of veengrond. Dophei is tolerant voor schaduw.
Dophei heeft fijne naaldjes als bladeren welke ontstaan zijn doordat het blad omkrult. De kransblaadjes maar ook de gewone blaadjes zijn behaard. De urntjes staan in groepjes van meestal 12 bij elkaar.Dophei, uitgebloeid: Alleen sommige hommels en enkele vlinders hebben een tong welke lang genoeg is om de honing te bereiken. Sommige hommels hebben zo een te korte tong, en in plaats daarvan bijten ze een gaatje onderin het urntje. Bijen maken op hun beurt dan weer gebruik van dit gaatje. Te zien is de bevruchte stempel welke boven de versmolten kroonbladen uitsteekt (bovenstandige stempel). in een later stadium ontstaat hieruit een bes welke fijnzaad verspreid. Maar het verdroogde urntje blijft lange tijd rondom de bes zitten.
groeiwijze dophei
Er zijn rechtopgaande takken , waaraan later de bloemen (urntjes komen). Er zijn ook plat op de grond liggende takken , waarmee het lange uitlopers vormt , de bladeren aan deze takken concureren met mos rondom de plant.