wulk

De wulk (Buccinum undatum) is een grote jagende zeeslak. Een wulk wordt 15 jaar oud en 2 decimeter lang en gedijt het beste in gebieden met veel eb en vloed verschil, zoals het kanaal. Wulken gaan dood bij een watertemperatuur van meer dan 21 graden celsius.

Een wulk op de bodem van de Noordzee, de siphon steekt naar boven uit. De schelp is begroeid met zeepokken.1

wulk voortplanting

Wulken planten zich vooral in de winter voort, bij een water temperatuur onder de 5 graden Celsius,
wanneer hun eieren de grootste overlevingskans hebben: strandkrabben zijn sterk temperatuursafhankelijk,
en bewegen zich nauwelijks bij deze temperatuur. Deze eieren zijn soms op het strand te vinden als doorzichtige gelei0achtige klompen.

wulk op jacht

Wulken zijn dol op in zee levende wormen zoals Zager en zeepier. Ook eten ze aas. Wulken boren
met hun tong een fijn gaatje in schelpen. Wulken vallen ook krabben aan. Wanneer het water koud
is zijn krabben bewegingsloos en een prooi voor de wulk.

de wulk visserij in Nederland

In 1925 werd er nog 400 ton opgevist, momenteel is er geen wulkvisserij meer.
Wulken worden in Korea wordt de wulk op grote schaal gegeten, een ander land waar wulken
worden gegeten is Frankrijk. In Engeland vindt men de wulk vies, hoewel
wulken veel voorkomen langs het Kanaal. Wulken worden met korven gevangen, wulkenkorven.

Gekookte wulk, bulot, wordt in Frankrijk graag gegeten,
hier in rue Mouffetard, Parijs.

de wulk in de Noordzee

De wulk is bijna verdwenen uit de Waddenzee en Noordzee. Daarvoor zijn twee oorzaken:
TBT gebruik (zie beneden) en overbevissing door de visserij.


fouling op scheepsrompen

De aangroei van organismen op scheepsrompen wordt fouling genoemd: Dit wordt vooral
veroorzaakt door zeepokken, maar ook wieren en eendenmosselen. De snelheid van het schip
neemt af door toegenomen weerstand, en het gewicht neemt toe, waardoor het schip
minder lading kan vervoeren. Fouling komt zowel voor in zoet als zeewater.
Verf die daartegen beschermt heet antifouling. In deze antifouling wordt voor schepen welke
langer dan 25 meter zijn de stof TBT verwerkt.

tributyltin of TBT

Tributyltin is een stof welke biezonder effectief is in de bestrijding van
tweekleppigen, zoals mossel en zeepokken. Deze stof wordt in verf gebruikt welke
de scheepshuid beschermt tegen zeewater maar ook tegen de aangroei van zeepokken
op de scheepswand. Doordat TBT op deze manier zich ook in het zeewater verspreidt heeft het ook daar een remming van
de zeepokken en mosselen en oesters en de wulk tot gevolg

imposex

TBT veroorzaakt imposex bij tweekleppigen, het verschijnsel dat mannelijke sex organen
in vrouwelijke sexorganen ontstaan. Hiervoor zijn zeer kleinere doseringen van
TBT nodig. De effecten van de TBT concentraties in de zee worden gemeten met
de twee indexen: The RPSI (Relative Penis Size Index), en de VDSI (Vas Deferens Sequence Index)

zelfslijpende scheepsverf

De antifouling verven worden ook verdeeld in ablatieven of harde antifouling en
zelfpolijstende of zelfslijpende of zachte antigfouling verven, de laatste
zijn veel duurder. Harde antifouling is makkelijker schoon te maken van baard.
en bestaat uit zeer dunne laagjes welke door het water worden afgesleten, en waardoor het biocide telkens weer vrijkomt.

Zeeslakken en Chitons
1Geschubde stekelhoren (Ocenebra erinaceus) 2 Wulk en eieren (Buccinum undatum) 3 purperslak (Nucella lapillus4 Gevlochten fuikhoren (Tritia reticulata5 pelikaansvoet (Aporrhais pespelecani) 6 grote tepelhoren (Euspira catena7 penhoren (Turritella communis) 8 Gewone wenteltrap (Epitonium clathrus) 9 gewone alikruik (Littorina littorea) 10 Stompe alikruik (Littorina obtusa) 11 ruwe alikruik (Littorina saxatilis) 12 scheefhoren (Lacuna vincta) 13 Grote Trochus slak( Trochus cirerarius) 14
gewone priktolhoren (Calliostoma zizyphinus) 15 blauwgestreepte schaalhoren (Patella pellucida) 16  gewone schaalhoren, puntkokkel of napslak (Patella vulgata) 17 asgrauwe keverslak of chiton (Lepidochitona cinerea)1

bronnen, referenties :

1 Een mooie foto van Marion Haarsma