schuimbeestje

Het schuimbeestje  (Philaenus spumarius) is een veel voorkomende cicade welke voor de larven een schuimnest maakt, waar het haar naam aan ontleend.  De larven zijn bleekgroen tot -geel en leven in dit schuimnest dat bij het grote publiek wel bekend is als koekoeksspuug.

Het schuimbeestje heeft een voorkeur voor wilgen, brem,  echte koekoeksbloem, brandnetel, fluitenkruid, klimop, kleefkruid en lavendel.3

1, 2 Geoorde Cicade (Ledra aurita):—1 van boven, 2 van ter zijde. (In fig. 2 ziet men aan de achterrand van de naar boven gerichten, langs de rand gewimperden kop een samengesteld oog, aan het halsschild 2 oorvormige uitsteeksels en een voorpoot, verder achterwaarts een deel van het rechter dekschild.) 3, 4 Schuimbeestje (Philaenus spumarius of Aphrophora spumaria): 3 Imago. 4 Larve op het door haar gevormde, “koekoeksspeeksel”.2

Het Schuimbeestje kan vliegen , en ook rennen. Maar bij gevaar springt het weg en daar is het goed in, het springt ver en kan ook opzij springen.

bronnen, referenties

1 Paul A Robert, 1940, “de insecten”

2 Brehms “het leven der dieren” insecten , 1904 , vertaald

3 Met dank voor de mooie en opmerkelijk scherpe foto’s : euroblinkie, nederpix : sponsgaasvlieg, bruine gaasvliegegelkopmot, iris,  veldhondstong , smeerwortel, slakkenaaskever, oorworm, limnophilus rhombicus, limnephilus lunatus, watergentiaan, gestreepte kniptor , roodaarskniptor , akkerdistel , speerdistel, rolklaver , vijverloper , Grote groene sabelsprinkaan, Zuidelijk spitskopje , kleine groene sabelsprinkhaan, struiksprinkhaan , geringde roofwants, gewone oeverloper, ringslang, wolzwever , steekmug ,schaarse pantserwants , schuimbeestje