Parnassia (Parnassia palustris) is een plantje welke in de duinen te vinden is, in de buurt van duinmeertjes en in duinvalleien. Parnassia heeft mooie heldere witte bloemen, donker groen geaderd.
Parnassia bloeit in de zomer, vaak in gezelschap van orchideen.
Vroeger was parnassia ook op de heide te vinden, maar dat is tegenwoordig erg zeldzaam: Parnassia hoort op zeer schrale grond en zodra er bemest is verdringen andere planten de Parnassia.
Parnassia bevruchting
De stamper is als laatste vruchtbaar, eerst komen de meeldraden. Omdat stamper en meeldraden niet
gelijktijdig vruchtbaar zijn is kruisbestuiving niet veel voorkomend. De bloemen worden bezocht door
vooral vliegen, in de late zomer of herfst. Het zaad wat wordt gevormd is zo fijn als stof
en wordt door de wind over biezonder grote afstanden vervoerd. Het zaad dient bevroren te zijn geweest voordat het ontkiemen kan.
parnassia als oeverplant
Parnassia kan langs het water en in de schaduw groeien, met name op zeer voedsel arme grond.
parnassia als vermeerderen
Vermeerderen is het eenvoudigste doordoor voorzichtige te scheuren in het voorjaar. Opkweken uit zaad is ook mogelijk maar mislukt meestal.
Parnassia verspreiding
Hoewel nergens talrijk, komt Parnassia in Europa en Azie en Noord-Amerika voor.
Parnassia is redelijk talrijk op Texel.
Parnassia en de dichtkunst
Parnassia is vernoemd naar de berg Parnassia waar de God Apollo woont, welke de dichtkunst beschermt. Daarnaast inspireert
de plant zelf tot een poetisch gevoel door de fijnheid en witheid van de grote bloemblaadjes. Ook het late bloeien
van de parnassia draagt hieraan bij: parnassia bloeit op einde van de zomer tot ver in de herfst als alleen nog het
herfstijloos bloeit.
bronnen,referenties:
1 Parnassia pallustris op een gravure van het boek “Pflanzen unser Heimat” door O. Schmeil. 2 uit: Lehrbuch der Botanik door O. Schmeil. Schmeil geldt als de grote vernieuwer in het onderwijs, zijn leerboeken zijn in 17 talen vertaald in 170 herdrukken.