De ringslang (natrix helvetica) is een ongeveer 1 meter lange slang , de vrouwtjes worden nog langer. Het leeft van vooral kikkers en padden , en wat het zoal tegenkomt, zoals kleine zoogdieren en vissen. Het is een schuw dier welke het liefst ligt te zonnen , geen ongevaarlijke bezigheid want vogels hebben het op de ringslang voorzien. De ringslang houdt een winterslaap in een vorstvrij hol of onder een berg bladeren of bramenstruiken. Het dier is aan een comeback bezig en heeft een groot verspreidingsgebied , bijna heel europa en een groot deel van Azie.



vijanden van de ringslang
De ringslang heeft veel vijanden, het is een schuwdier. Grotere vogels zoals ekster, kraai en reiger en ooievaar, en dieren welke rond het water leven , zoals de bruine rat. De jonge slangetjes zijn prooi voor loopkevers en vele andere dieren, zoals muizen en vogels.
bronnen, referenties
1 Martin Braess “Tierbuch” band 4 2 Marinus Adrianus Koekkoek (1873-1944) “in sloot en plas” De schoolplaten van M.A. Koekkoek zijn de bekendste Nederlandse schoolplaten welke in de jaren 50 in de klaslokalen hingen. Minder bekend is dat M.A. Koekkoek van het begin van de tweede Wereldoorlog lid van de NSB was, en ook op eigen initiatief affiches tbv. de Duitse bezetter maakte, in 1943 ook affiches voor de Jeudstorm zoals “Jeugd vooraan”.3 Zie ook “Het Naardermeer” 3 Propaganda in Oorlogstijd, Trouw, 23-10-2003 4 Meyers lexicon Leipzig fin du siecle 5 Met dank voor de mooie en opmerkelijk scherpe foto’s : euroblinkie, nederpix : sponsgaasvlieg, bruine gaasvlieg, egelkopmot, iris, veldhondstong , smeerwortel, slakkenaaskever, oorworm, limnophilus rhombicus, limnephilus lunatus, watergentiaan, gestreepte kniptor , roodaarskniptor , akkerdistel , speerdistel, rolklaver , vijverloper , Grote groene sabelsprinkaan, Zuidelijk spitskopje , kleine groene sabelsprinkhaan, struiksprinkhaan , geringde roofwants, gewone oeverloper, ringslang.