Roodwangbromvlieg

De roodwangbromvlieg is een veelvoorkomende bromvlieg welke in gedrag veel lijkt op de bekende blauwe vleesvlieg: het legt eitjes op aas of wonden. Het dier is makkelijk te onderscheiden door de helder oranje wangen.

Wanneer er een lijk is gevonden is het belangrijk om te weten wanneer het exacte tijdstip van overlijden is geweest, dus de tijd tussen het overlijden en het onderzoek: dit wordt post-mortem interval genoemd of PMI. Hierbij wordt dan gebruik gemaakt van bromvliegen en andere insecten welke op het lijk verschijnen. De bromvlieg leggen eitjes waaruit instars ontstaan welke zich daarna gaan verpoppen. Dit gaat met een bepaalde snelheid welke vooral afhankelijk is van de temperatuur maar ook vochtigheid en het gebied waar het lijk zich bevindt.

Vanaf dat het ei wordt gelegd zijn er 3 instar stadia: de eerste na 24 uur , de tweede 20 uur later en derde een dag later, daarna duurt het dagen tot de pop tot vlieg wordt. Deze stadia worden gebruikt voor de post-mortembepaling.

onnauwkeurigheid in de PCI

Er wordt boj de bepaling van de Post-mortem interval vooral gebruik gemaakt van Lucilia sericata en Calliphora vicina. De belangrijkste onnauwkeurigheden zijn: de temperatuur en de wijze waarop de monsters zijn verzameld.

De temperatuur van het lijk wordt bepaald met behulp van lokale weerstations. Maar binnen of buitenshuis, in een auto of container zijn belangrijk voor de temperatuur van het lijk zelf. Een andere en nog belangrijkere bron van onnaukeurigheid is wie de insectenmonsters heeft genomen: de politie recherche of een forensisch entmoloog.

sucessie en forensische entmologie

Ook wanneer er veel tijd is verlopen tussen de ontdekking van het lijk en het moment van overlijden zijn (andere) insecten behulpzaam: behulpzaam hierbij is indeling in fases:

De insecten welke na elkaar (sucessie) op een lijk verschijnen zijn een aanduiding wanneer het misdrijf is gepleegd. Behalve de bromvliegen en kevers zijn er veel meer dieren welke aas eten : raafachtigen , zoals eksters, meeuwen, en ook mieren.
Er zijn 6 fases te onderscheiden:
/

1: verse fase

1 tot 3 uur na het overlijden
Aan het kadaver is vooral lijkstijfheid te bemerken (die verdwijnt na enkele uren vanzelf), in dit stadium vermenigvuldigen de bacterien zich.
De groene en blauwe vleesvlieg of Bromvliegen of Calliphoridae komen als eerste, ze komen daar om eitjes te leggen, deze hebben 12 uur nodig om uit te komen. lucilla legt alleen overdag eitjes.

2: inflatie fase

het lijk begint zich op te blazen, vooral rondom de maag, bij de neus en anus zijn gasbelletjes te vinden, er is een rottingsgeur. Grote aantallen vleesvliegen zijn aanwezig , ook: aaskevers, kortschildkevers en mierkevers verschijnen.

3: vroege rottingsfase

In dit stadium zijn er veel maden te zien , het kadaver kan ermee bedekt zijn. Ook de kevers zijn massaal aanwezig , er zijn ook mestkevers te vinden en kevers welke zich met schimmels voeden. Er is een sterke geur van ontbinding. Spiegelkevers eten de larven van de bromvliegen.

4 late rottingsfase

De geur neemt af, de eerste huidkevers verschijnen. volwassen bromvliegen worden niet meer gezien. De spiegelkever
(Histeridae) verschijnen (vaak ook eerder) en leven hoofdzakelijk van maden en vliegenpoppen.

5 droge fase

er zijn nog huid, bottenen kraakbeen te vinden: nu verschijnen de de larven van de spektorren (Dermestidae), welke leven van huid. De geur neemt af, de eerste huidkevers verschijnen. volwassen bromvliegen worden niet meer gezien. De spiegelkever
(Histeridae) verschijnen (vaak ook eerder) en leven hoofdzakelijk van maden en vliegenpoppen.

6 De laatste fase

Er zijn nog huid, bottenen kraakbeen te vinden: nu verschijnen de de larven van de spektorren (Dermestidae), welke leven van huid.