stadsreus

De stadsreus (Volucella zonaria) is een grote zweefvlieg welke aan een hoornaar doet denken. De stadsreus is ongevaarlijk en leeft van nectar en stuifmeel, het bezoekt bloemen. De stadsreus komt in zuid en midden Europa en Azie voor, was vroeger zeldzaam maar is dat nu niet meer.

Een stadsreus op koninginnekruid (eupatorium maculatum). Stadsreuzen worden aangetrokken door vlinderstruiken en koninginnekruid.

De stadsreus heeft ronde uitpuilende ogen, de hoornaar heeft ovale ogen. De europeese hoornaar heeft 4 vleugels, de stadsreus maar 2. De stadsreus heeft een gele neus welke van plastic lijkt te zijn gemaakt.

Mimicry van de stadsreus

De stadsreus lijkt sterk op de hoornaar. Maar heef geen wespetaille zoals de hoornaar die wel heeft. Ook is er een roodachtige band op het achterlijf te zien van de stadsreus, deze ontbreekt bij de hoornaar. Het lijken op de hoornaar (mimicry) biedt grote voordelen voor de stadsreus, de hoornaar heeft een angel waardoor hij door vogels wordt gemeden.

opgroeien in een wespenest.

Het vrouwtje van de stadsreus legt de eieren in een wespenest. Waarom zij niet door de wespen wordt verjaagd is niet duidelijk, mogelijk heeft de stadsreus dezelfde geur als de wespen. Wanneer de eitjes uitkomen verblijven de larven onderin het wespen nest waar zij zich voeden met dode wespen. In de herfst verlaten de wespen het nest , maar de larven blijven achter en brengen in het wespenest de winter door. In het voorjaar verpoppen zij tot stadsreus en verlaten het nest.

De stadsreus heeft trekgedrag

De vrouwtjes van de stadsreus vertonen trekgedrag , van het zuiden naar het noorden. Dit is mogelijk de reden dat de stadsreus steeds vaker hier wordt waargenomen, de warmere zomers en het trekgedrag maken dit mogelijk.

reus of volucella

Het genus reus heeft in Nederland 5 vertegenwoordigers: alle 5 zijn dit opvallend grote en brede zweefvliegen, welke behendige vliegers zijn. Hun kop is naar beneden verlengd. Ze lijken op hommels op wespen maar doen dat nogal oppervlakkig. Biezonder is dat vier van de vijf Nederlandse soorten als larve in nesten van hommels of sociale plooivleugelwespen leven. Het is niet duidelijk hoe wordt voorkomen dat ze niet uit het nest verwijderd worden, mogelijk speelt reuk een rol.1 Op deze website zijn te zien: stadsreus en witte reus.

Zweefvliegen of Syrphidae

Een grote groep insecten heet zweefvliegen en heeft het vermogen om stil te blijven hangen voor nectar producerende bloemen. Ze controleren dan of er geen vijanden in de buurt zijn, zoals spinnen. Deze zweefvliegen zijn gecamoufleerd als wesp soms als als bij of hommel. Die op wespen lijken vouwen hun vleugels naar achter totdat ze iets van het lijf af staan. Wespen vouwen hun vleugels over het achterlijf heen. Zweefvliegen hebben last van windvlagen , deze bemoeilijken het hooveren in de buurt van bloemen.

De larven van de zweefvliegen zijn vraatzuchtige larven die alleen van bladluizen leven. Om deze redenen worden ze in de kasbouw gehouden. De larve van de blinde bij of Eristalis tenax is een uitzondering op de regel : deze larve eet in het water vooral bacterieen en haalt daarbij lucht via een lange buis.
Deze rattenstaartlarven of rotjes treden vooral op in sterk vervuild zuurstofloos water zoals in koeienstallen wordt gevonden. Een andere uitzondering zijn de larven van de stadsreus en witte reus welke zich voeden met dode wespen.

De zweefvliegen hebben een structuur midden op hun vleugels , de vena spuria. Het is geen vene en de functie is onduidelijk.

bronnen , referenties

1 Reemer 2009. In: Nederlandse Fauna 8: 334-339