muisjesmos

Muisjesmos (Grimmia  pulvinata) is een veelvoorkomend mosplantje wat in bolletjes op
muren is te vinden. Zoals de naam al suggereert is het aspect van gewoon muisjes mos grijsachtig wat wordt
veroorzaakt door de glasharen welke uitsteken. Gewoon muisjesmos vormt bolletjes. In zo’n bolletje
heerst een mild microklimaat, met gematigde temperaturen, hoge luchtvochtigheid en het is er windstil. typisch voor muisjesmos zijn de sterk gekromde kapselsteeltjes, de kapsels liggen dan op bovenop de plant.

Gewoon muisjesmos voelt zich thuis op oude muren. Gewoon muisjesmos verdraagt ook zure ondergrond, maar de tegenwoordige muren worden met portlandcement gemetseld, deze is te zuur.

stengel

De stengel is simpel en bevat geen vaten : dat is ook niet nodig omdat de groei in kussens het transport en opname van water vereenvoudigd.

muisjesmos anatomie

Sporofyt

Gewoon muisjesmos heeft een gedeelte waarmee het zich voortplant, de sporofyt. Het steekt boven het mos uit, en produceert de sporen welke nodig zijn voor de voortplanting. De cellen van de sporofyt bevaten een dubbel hoeveelheid chromosomen (2n genaamd) . Na meiose ontstaat uit een sporoftycel 4 sporen. Deze worden door de wind verspreid. Bij het begin van de ontwikkeling zijn de sporofyten verborgen in het kussen. In de winter en vroege voorjaar komen ze tevoorschijn. De sporangia zijn gebogen, wanneer ze rijp zijn ontstaan er groeven..

het blad van muisjesmos

Het elliptische blad heeft een punt: dit is de glashaar welke buiten het kussen uitsteekt,het is de middennerf zonder bladgroen. De glashaar geeft bescherming, door de weerkaatsing van het zonlicht, de mosplant tegen uitdroging. Langs de glashaar ontstaan waterdruppels door dauw condensatie en levert zo extra water.  Het komt voor bij gewoon muisjesmos, ruig haarmos en groot duinsterretje

gametofyt

Het kussenachtig uiterlijk geeft bescherming tegen wind en weer: het beschermt met name tegen uitdroging. Gebeurd dit dan toch dan verkleurd het mos naar grijs.

muisjesmos behoort tot de bryofyten

 droogtetolerantie bij muisjesmos

Droogtetolerantie is een eigenschap van de echte mossen (Bryofyten) en is bij muisjesmos goed ontwikkelt. Muisjesmos doorstaat een droogteperiode door al het water te verliezen en het metabolisme te stoppen. Muisjesmos wordt dan helemaal grauw. Wanneer er weer water is, dan neemt muisjesmos snel water op en begint de schade aan de cellen te repareren, sommige genen worden dan aan geschakeld en eiwitten worden versneld aangemaakt. De kleur wordt dan frisgroen. Alleen op deze manier kan muisjesmos overleven op plaatsen waar het niet mogelijk is om grondwater op te nemen, zoals op muren, kale rots of op de bast van bomen.

Terravorming met muisjesmos

Terravorming is het proces waarbij de atmosfeer en klimaat van een andere maan of planeet bewust worden veranderd zodat deze voor mensen bewoonbaar wordt. Terravorming wordt in drie fases verdeeld: 1 het eerste stadium is voor eencelligen en korstmossen, deze beginnen zuurstof en stikstof te produceren. In de tweede fase of bryofyten-stadium komen de organismen welke kooldioxide omzetten in zuurstof, en ongevoelig zijn voor periodes van extreme droogte, muisjesmos is dan een goede kandidaat. Het derde stadium is voor de vaatplanten welke bestand zijn tegen geringe hoeveelheden zuurstof.

Enkele bekende mossen, en korstmossen: 23456789 1 gedraaid knikmos (Bryum capillare) 2 zilvermos (Bryum argenteum) 3 Gewoon muursterretje (tortula muralis) 4 kopjes-bekermos (Cladonia fimbriata) 5 gewoon geleimos (collema crispum of Blennothallia crispa )6 dik geleimos (Enchylium tenax of collema tenax)
7 gewoon muisjesmos Grimmia pulvinata 8 Gebogen achterlichtmos ( Schistidium apocarpum) 9 Gewoon zijdemos (Homalothecium sericeum)
10 gewoon smaragdsteeltje (Barbula convoluta)

mossen of Bryophytes

Mossen zijn kleine altijd-groene planten, welk op vochtige plaatsen gevonden kunnen worden, vaak in
de schaduw. Ze hebben een klein wortel systeem, en vormen sporen waarmee mossen zich verspreiden.
Mossen zijn klein, tot 2 cm meestal, zeer zelden groter dan 20 cm. De meeste mossen zijn in de tropen te vinden, maar
zelfs op Antartica komen mossen voor.
Mossen worden Bryophytes genoemd en dan verder opgedeeld in
drie divisie:
De echte mossen, thaleuze levermossen, en bebladerde levermossen
Mossen verschillen van hogere planten, vooral doordat ze geen
transport systeem hebben. De worteltjes, steel en bladeren
bevatten geen vaten, mossen kunnen daardoor geen grote
hoeveelheden water en voedingsstoffen verplaatsen.
De meeste mossen hebben maar 1 set chromosomen, dat wordt als
“n:” geschreven. Dat is dus anders dan de hogere planten
(en dieren) welke elk chromosoom dubbel bezitten. (“2n)”
Kijk eens naar de voortplanting van het gewoon haarmos:

Mos structuren:
wortels
Mossen hebben kleine uitstulpingen aan de basis, welke
op wortels lijken maar vooral stevigheid verzekeren, ze
worden rhizoïden genoemd. De rhizoïden nemen geen voedsel en water op , dat gaat via de bladeren.
Bladeren
De bladeren hebben geen haarvaten en zijn maar 1 cellaag dik.
ze worden phyllids genoemd.
De steel
De steel bevat dus ook geen vaten maar wel cellen welke hydroid
cellen genoemd: de dien voor opslag en transport van vloeistof.
shoot.Deze website bevat de volgende bekende mossen:

gewoon klauwtjesmos
gewoon dikkopmos
gewoon haarmos
gewoon muisjesmos
grijs kronkelsteeltje
parapluutjes mos