De wilg is een snelgroeiende boom met zacht hout. Deze boom heeft een uitgesproken voorkeur voor vochtige grond, zoals die voorkomt bij sloten. De wilg maakt de grond los en vormt humus, waardoor de grond verbetert.
wilg en dierenleven
Rondom de wilg is veel dierenleven te vinden, met name vogels vinden beschutting rondom en vooral in de wilg. De wilg verspreidt een zoete honinggeur en lokt bijen, zweefvliegen en vlinders.
Knotwilg
Knotwilgen vereisen onderhoud, het knotten. Zaag de takken af tot op 5 cm van de knot. Doe dit in de periode van november tot maart, er is dan geen sapstroom. gebruik een handzaagje of een grote snoeischaar.
Het knotten van de wilg
Wilgen hebben zwak hout en vallen om door de wind of breken doormidden door het gewicht van de takken. Om die reden worden ze ongeveer op 2 meter hoogte afgezaagd.
wilgen onderhoud
Dat veranderd van jaar tot jaar:
Het eerste jaar de pruik strikken, dat is uitdunnen.
De takken van de stam snoeien.
In het vierde jaar: knotten.
In het zesde jaar de pruik strikken:
uitdunnen tot er 10 takken overblijven.
In het achste jaar volledig knotten
In het elde jaar volledig knotten
en daarna om de drie jaar.
Wilgenhout als brandhout
De wilg levert slecht haardhout, het hout geeft weinig warmte. De droogtijd is langer dan het meeste haardhout, 1,5 jaar is het minimum. In die lange droogperiode wordt een deel van het hout door zwammen verteert.
Wilgenhout levert weinig energie per kilo hout. Wel is het goed geschikt voor vuurkorven en palingroken.
De kosten voor het kappen van een grote wilg zijn meestal meer dan de opbrengsten van het haardhout.
Wilgenhout voor houtsnijden, klompen
Voor het snijden van beelden en klompen wordt vaak wilgenhout gebruikt, naast populier en soms het lindehout. Wilgenhout is uiterst zacht, maar daardoor ook vaak aangetast door houtworm. Inspecteer het hout daarom zorgvuldig op wormgaatjes.
watermerkziekte bij wilgen
Wanneer in de zomer takken zomaar afsterven
is er meestal sprake van de watermerkziekte:
Zaag een tak schuin af: na enkele minuten
ontstaan een blauwe glans, waarmee de
watermerkziekte is aangetoond. Zaag de
takken zover af dat alleen het gezonde
stuk overbljft: dan overleeft de wilg het.
bronnen, referenties
1 Met dank voor de mooie en opmerkelijk scherpe foto’s : euroblinkie, nederpix : sponsgaasvlieg, bruine gaasvlieg, egelkopmot, iris,  veldhondstong , smeerwortel, slakkenaaskever, oorworm, limnophilus rhombicus, limnephilus lunatus, watergentiaan, gestreepte kniptor , roodaarskniptor , akkerdistel , speerdistel, rolklaver , vijverloper , Grote groene sabelsprinkaan, Zuidelijk spitskopje , kleine groene sabelsprinkhaan, struiksprinkhaan , geringde roofwants, gewone oeverloper, ringslang, wolzwever 2 Zweefvliegen en bijen rondom wilgenkatjes in het voorjaar, een mooie plaat uit Brehm “Fruhlingsbild aus dem Insektenleben.” 3 Uit het boek van H. Friese : “Die europaischen Bienen”, Jena is op achtergrond (1904)