De Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens of Anchusa sempervirens) is een meerjarige verwilderde sierplant. De Overblijvende ossentong is eenvoudig te herkennen door de intens blauwe bloembladen met witte keel (centrum) alleenstaande. De bloeitijd is van midden april tot juni. De plant kan tot een meter hoog worden , maar doet dat zelden. Het kan zich snel uitzaaien. Belangrijk is dat het in de schaduw staat , er is weinig gevoeligheid voor de grondsoort. Opvallend is de bestandheid tegen strenge koude.
ruwbladigenfamilie (Boraginaceae)
Dit is een wijdverspreide plantenfamilie met bomen, kruiden en lianen. Het belangrijkste gemeenschappelijk kenmerk is het behaard zijn van de bladeren. De haren worden setae genoemd en bieden met name bescherming tegen slakkenvraat. In Vlaanderen en Nederland zijn bekende vertegenwoordigers de smeerwortel, longkruid, parelzaad en de vergeet-mij-nietjes. De bloeiwijze is een monochiasum en dan weer een schicht of cincissum : de zijtakken ontspringen beurtelings links en rechts.
bronnen, referenties:
1 Schmeil : beknopt leerboek der plantkunde (uit het Duits vertaald) 1917 2 Met dank voor de mooie en opmerkelijk scherpe foto’s : euroblinkie, nederpix : sponsgaasvlieg, bruine gaasvlieg, egelkopmot, iris,  veldhondstong , smeerwortel, slakkenaaskever, oorworm, limnophilus rhombicus, limnephilus lunatus, watergentiaan, gestreepte kniptor , roodaarskniptor , akkerdistel , speerdistel, rolklaver , vijverloper , Grote groene sabelsprinkaan, Zuidelijk spitskopje , kleine groene sabelsprinkhaan, struiksprinkhaan , geringde roofwants, gewone oeverloper, ringslang, wolzwever , steekmug ,schaarse pantserwants , schuimbeestje , zwartbronzen zandbij boerenwormkruid, nagelkruid, blauwe lis, iris witte halvemaanszweefvlieg , witte moerbei , gewone wesp , voederwikke , pendelzweefvlieg , kleine kaardebol, bosanemoon, sterremuur, eenbes, lievevrouwebedstro, witte reus, gele plomp borago , smeerwortel , akker vergeet-mij-nietje , veldhondstong