Madeliefje of madelief ( Bellis perennis) is een erg bekende veldbloem, veel voorkomend in wegbermen en gazonnen. Madeliefje verdraagt grazen en maaien en overleeft het als je erop gaat staan. Deze plant bloeit vanaf de lente, maar soms zijn er exemplaren welke nog tot laat in de herfst bloeien. De bloemen sluiten zich s’nachts en openen zich s’ochtends. Verspreiding op grote afstand gaat via het zaad maar verreweg de meest belanrijkste manier van verspreiden is via de rhizomen of wortelstokken.
Madelief heeft witte bloembladen , maar bij het openen zijn ze lichtpaars. Deze kleur verdwijnt meestal. De bloemen reflecteren veel ultraviolet licht, sommige insecten worden daardoor aangetrokken. 1
Madelief en mutaties en fasciatie
Deformaties bij madeliefjes, dit soort wordt fasciatie of bandvorming genoemd.
Nabij de beschadigde centrale van Fukoshima werden deze gemuteerde madeliefjes aangetroffen 2 . Het zijn een stel deformaties welke fasciatie worden genoemd. Het treedt op bij kruidachtige en verhoutte planten, door overmatige activiteit van de groeipunt cellen (meristeem) ontstaan afwijkingen, de stengel deelt zich. Het is zeker geen zeldzaam verschijnsel, en kan door straling worden veroorzaakt. Maar waar deze foto is gemaakt is de straling nauwelijks hoger dan de achtergrondstraling. 3
lijkend op madelief
Margriet of Leucanthemum vulgare (Chrysanthemum leucanthemum): Een van de vele varianten is de Margriet, een reuze uitvoering van de madelief. Kamille heeft veel langere stengels en ruikt kruidig. Het gele hartje van de kamille bolrond. Fijnstraal , zoals zomerfijnstraal (Erigeron annuus) en muurfijnstraal hebben heel erg diep ingesneden bloemblaadjes, de kleur daarvan is wit met een blauwe gloed
Asteraceae of composieten
Het madeliefje behoort tot de grote asterfamilie of composietenfamilie. De bloemen zijn samengesteld uit vele kleine, sterk gereduceerde bloemen. Onder het bloemenhoofdje bevindt zich een krans van kleine groene bloemblaadjes welke omwindselblaadjes worden genoemd. De gereduceerde bloementjes zijn bij madelief buisvormig en worden voporal door vlinders en hommels bevrucht omdat deze een lange tong hebben.
bronnen,referenties:
1 Met dank voor de mooie en opmerkelijk scherpe foto’s : euroblinkie, nederpix : sponsgaasvlieg, bruine gaasvlieg, egelkopmot, veldhondstong , smeerwortel, slakkenaaskever, oorworm, limnophilus rhombicus, limnephilus lunatus, watergentiaan, gestreepte kniptor , roodaarskniptor , akkerdistel , speerdistel, rolklaver , vijverloper , Grote groene sabelsprinkaan, Zuidelijk spitskopje , kleine groene sabelsprinkhaan, struiksprinkhaan , geringde roofwants, gewone oeverloper, ringslang, wolzwever , steekmug ,schaarse pantserwants , schuimbeestje , zwartbronzen zandbij boerenwormkruid, nagelkruid, blauwe lis, iris witte halvemaanszweefvlieg , witte moerbei , gewone wesp , voederwikke , pendelzweefvlieg , kleine kaardebol, bosanemoon, sterremuur, eenbes, lievevrouwebedstro, witte reus, gele plomp borago , smeerwortel , akker vergeet-mij-nietje , veldhondstong borago veldhondstong, miersikkelwants, margriet , blaassilene wollige sneeuwbal, madelief 2 @san_kaido, twitter 3 B.G. Ruttink. (1909). Over bandvorming (vervolg). De Levende Natuur, 13(12), 236–238. 4 bewerkt en gecorrigeerd naar Elizabeth Twining’s: Illustrations of the Natural Orders of Plants ,1868